Zoals eerder benoemd is handtherapie meer dan alleen oefentherapie. Op deze pagina ziet u de belangrijkste behandelingen van het Hand- en polscentrum Oss. Geeft dit geen antwoord op uw vraag, stel ons dan gerust uw vraag via het contactformulier!
Een spalk kan nodig zijn om een bepaald gebied in uw hand/pols enige tijd rust te geven. Soms heeft een spalk juist als doel om een bepaald gewricht meer beweeglijkheid te geven of u te ondersteunen bij het doen van oefeningen. De handtherapeut bekijkt of u spalktherapie nodig hebt en in welke vorm.
Na een operatie of bij een open letsel aan uw hand of pols kan een ontsteking ontstaan. Daarom is het belangrijk dat u de wond goed schoonhoudt. Zo’n 10 tot 14 dagen na de operatie of behandeling van het letsel kunnen de hechtingen worden verwijderd. Dit kan in het ziekenhuis of in overleg met uw behandelend arts in onze praktijk.
Littekens in of op de hand/pols kunnen uw beweeglijkheid sterk verminderen. De handtherapeut leert u hoe u zelf het littteken kunt masseren en geeft oefeningen om het onderhuidslittekenweefsel los te bewegen, doormiddel van oefeningen. Wanneer nodig kunt u ook een littekenzalf krijgen.
Als u uw hand, pols of onderarm niet goed kunt bewegen of er minder kracht in hebt, is oefentherapie de manier om dit te verbeteren. Hiervoor zijn vele soorten oefeningen beschikbaar. Afhankelijk van uw letsel en bewegings- of krachtsbeperking stelt de handtherapeut voor u de juiste combinatie samen.
Na een operatie of letsel kan uw hand of pols sterk gaan zwellen. Dit kan de beweeglijkheid van uw hand blijvend beperken. Om zwellingen tegen te gaan, heeft de handtherapeut een aantal mogelijkheden om de zwelling te verminderen. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat u de hand en pols goed hoog blijft houden en u krijgt speciale oefeningen die u regelmatig moet doen.
Tijdens de handtherapie doen we regelmatig metingen om de vooruitgang op het gebied van beweging, kracht, gevoel en zwelling te beoordelen. Hiervoor hebben we diverse testmethoden en meetinstrumenten.
Het kan zijn dat u in het dagelijks leven bij bepaalde activiteiten hinder ondervindt van uw hand-/polsprobleem. Bijvoorbeeld bij het vasthouden van bestek of het schillen van een aardappel. Dan kan de handtherapeut samen met u kijken naar een andere manier om deze handelingen uit te voeren of welk hulpmiddel voor u geschikt is. Daarbij krijgt u adviezen over de juiste houding en manier van bewegen. Samen streven we ernaar om zelfstandig te blijven handelen.
Spiegeltherapie werd in 1996 ontwikkeld door V.S. Ramachandran, in een poging om fantoompijn bij patiënten met een amputatie te verminderen. Gebruikmakend van een doos met daarin een spiegel liet hij patiënten hun intacte ledemaat bewegen terwijl ze tegelijkertijd keken naar het spiegelbeeld ervan. Op die manier creëerde hij de illusie van twee ‘normaal’ bewegende ledematen. Patienten kregen door het herhaald oefenen met de spiegel het gevoel dat hun geamputeerde arm er weer was en het leidde tot een vermindering van fantoompijn en fantoomspasmen.
Aangemoedigd door deze positieve resultaten is spiegeltherapie sindsdien ook toegepast in andere patiëntgroepen. Positieve therapeutische effecten zijn tot dusverre gerapporteerd in kleine studies bij patiënten met chronische pijn (Complex Regionaal Pijn Syndroom) en bij patiënten na een beroerte.